Afgelopen zaterdag was het volle maan. Schijnbaar, want we hebben er niets van gezien. Voor de VNN in Eelde is dat altijd de reden om een hardloopevenement te organiseren. VNN heeft een kliniek in Eelde waar ex-gebruikers worden klaargestoomd voor een terugkeer in de maatschappij. Een belangrijk onderdeel van de therapie is een hardloopprogramma. Volgens mij noemen ze het positive addiction.
Tijdens de loop kan je alleen of in een team rondjes van 5,275km rennen. Maximaal acht stuks, wat je dan precies op de 42,2 kilometer brengt. Dit was het doel van mij, samen met mijn partner in crime Jerzy. Het rondje is een zware. De eerste 150 meter is verlicht. Daarna staan er alleen nog glow sticks in het zand gedrukt en zijn grote obstakels voorzien van een klein ledlampje. Het parcours loopt door het bos, dus het is dan ook ECHT donker. Lopen met een hoofdlamp is eigenlijk wel verplicht en deze had ik ook speciaal voor deze gelegenheid aangeschaft.
Om acht uur, na een korte speech en een weigerachtig startpistool begonnen we aan ons eerste rondje. Er hadden zich 170 mensen ingeschreven en we wilden voor de hausse aan blijven. De eerste kilometers tikten we weg met 4:45 op de klok, naarstig op zoek naar de handrem, wetende dat te hard van start gaan je later opbreekt. Het eerste rondje werd volbracht in 27:30. Mooi vlot. Daarna zakten we, expres, iets in. De volgende ronden gingen eigenlijk in hetzelfde tempo. Tussen de 29:00 en 30:00.
Het nadeel van rondjes lopen is dat elke ronde je in de verleiding komt om te kappen. Het is genoeg geweest. Mijn buik deed vanaf de eerste kilometer zeer. Ik had iets te zwaar gegeten en dat brak me op. In het begin waren het wat krampen, later werd het misselijkmakend. Daarnaast deed mijn rechterheup weer eens zeer. Ook die bleef maar zeuren. Mentaal werd de duisternis ook een probleem. Na een stukje bos kwam je op een stuk fietspad met wind in de rug. Dat ging prima, maar na een stukje langs een bosrand langs het kanaal te hebben gelopen, dook je een stuk polder in, waar ik steevast in een drassige modderpoel stapte. Elke ronde weer. Daarna kwam een kilometer tegen de wind in, die elke ronde natter en vooral kouder werd. Na zes rondjes zakte het tempo iets verder in. Jerzy heeft een veel lichtere tred dan ik, maar ook hij kreeg het zwaarder.
De Vollemaansloop werd toch erg zwaar
De zevende ronde zat ik er doorheen. Ik kwam voor mijn gevoel niet meer vooruit. De pijn in mijn benen was moordend. De trail van 30 km de week ervoor was zo soepel verlopen, dat was niet te vergelijken met het harken wat ik na aan het doen was. Toen ook deze ronde was afgerond, werden we nog een keer op de finish aangemoedigd. De zin en aardigheid was er af, maar ik moest en zou die marathon afmaken. Ik ploeterde voort door de drassige bospaden en deed mijn lampje even van mijn hoofd. Alles irriteerde, mijn heup, mijn buik, mijn hoofd, mijn tenen… alles.
De laatste keer fietspad duwde Jerzy mij zachtjes in de rug. Ik kwam bijna niet meer vooruit, vloekte en tierde en wilde stoppen… maar niet echt, want ik wilde vooral de marathon afronden. Na de drankpost, vlak voor de polder begon, kreeg ik weer de geest. Nog maar vier kilometer, dan was de ellende ten einde. Met ongeremd positivisme bedacht ik me, hoe harder ik loop, hoe korter de ellende. Jerzy zakte op dat moment in. Ik begon hem uit de wind te houden en probeerde deze keer de moed er in te houden. Eenmaal in het bos weer aangekomen, wisselden dip en piek elkaar om, mooi synchroon, want nu was Jerzy weer degene die het allemaal nog zag zitten. We hoefden nog maar twee kilometer, maar dat is best ver als alles in je lijf schreeuwt om te stoppen. Jerzy’s benen fluisterden constant dat een stukje wandelen best kon. We hadden het bij de drankpost heel even gedaan, maar dat voelde helemaal niet goed, sterker nog, dat deed misschien nog wel meer pijn.
De laatste kilometer ging in, we kwamen voor een van de panden van de verslavingskliniek langs. De benen kregen weer de geest, ik perste er nog een klein beetje energie uit. Ik stak mijn hand uit, Jerzy en ik zouden gezamenlijk over de finish komen. Sleurend en zwoegen vielen we over de finish heen. De tocht zat er op.
De vollemaansloop is de zwaarste marathon die ik gelopen heb. Het niet zien, het drassige terrein, de mentaal slopende rondjes, de pijn in m’n lijf. Het was veel. Ik had in twee weken nu twee marathons en een dertig kilometer trail gelopen. Tijd voor een beetje rust inbouwen. Tijd voor wat energie opbouwen. De volgende uitdaging wacht halverwege december in Diever. Ook daar zijn het rondjes… Ook daar is het terrein zwaar, maar dan kan ik in ieder geval zien waar ik loop.
Robert Jan
1 Comment
Hoe vaak hebt u een dergelijke Vollemaansloop gelopen?
Add Comment