Berenloop 2013

Berenloop 2013

Berenloop 2013 from Robert Jan Eggens on Vimeo.

Te ‘gevaarlijk’ om de Berenloop te lopen

De avond voor de Berenloop gaat de kogel door de kerk. De wind (en het gehavende bos waar je door moet), de voorspelde regen en onweer zorgen ervoor dat de organisatie het niet aandurft om de loop door te laten gaan. De halve marathon staat dan nog op het programma, gek genoeg, maar de volgende ochtend wordt ook daarover besloten dat het te gevaarlijk is om te lopen.

We gaan gewoon door!

Met 19 man vertoeven wij op dat moment in een huisje in Hoorn, meer aan de oostelijke kant van het eiland. Vier van ons hadden zich opgemaakt voor de hele marathon, twaalf zouden de halve gaan lopen. Voor Jerzy en mij was het duidelijk. De loop is dan wel afgelast, maar we gaan wel lopen. En we gaan ook tweeënveertig kilometer en honderdvijfennegentig meter. Bij het pakken van mijn tas had ik de camelbag al in de tas geduwd, de voorbereiding was goed geregeld.

Zondagochtend hadden we besloten te gaan lopen, maar dan wel een paar uur eerder. Normaal gesproken begint de hele marathon om half 1, en dit jaar hadden ze dit zelfs nog met tien minuten verlaat om de halve marathon meer tijd te geven om zich uit de voeten te maken. Wij zagen niet in waarom we tot half een zouden moeten wachten en besloten om tien uur te vertrekken. Om acht uur zaten we dan ook aan het ontbijt te kijken naar de wild wapperende bomen die in het licht stonden van een enthousiast zonnetje.

Lekker vroeg van start!

Om kwart voor tien zijn we er eigenlijk al klaar voor en besluiten we om het parcours tegengesteld te lopen. Dit houdt in dat we de eerste 12 kilometer richting West-Terschelling de wind op de kop hebben, maar ook dat we hem op het strand mee zullen hebben. Ineke bood aan om met ons mee te fietsen, een rugzak vol eten, kleren en camera-materiaal op de rug en water op de bagagedrager. Geen rugzak voor mij, dus.

De tocht naar West-Terschelling was zwaar. De wind beukte onophoudelijk in het gezicht. Ineke kon ons nauwelijks bijhouden. Een beetje duwen in de rug hielp haar op pad en zorgde ervoor dat je heel even niet die bulderende wind in je oren had.

Na ruim een uur bereiken we het westen van het eiland. Vanaf nu hebben we bijna 20 kilometer wind mee. We maken wat foto’s bij de Brandaris, halen ons shirtje op bij een schuur en rennen richting het bos. Bij het bos staat nog wel een bordje dat het wordt afgeraden om verder te lopen, maar gezien de drukte in het bos werd daar weinig gehoor aan gegeven. Inmiddels kwamen we mensen voor de tweede keer tegen, nog een voordeel van tegengesteld lopen, je komt nog eens iemand tegen.

Wanneer de Longway met voornamelijk bos is afgelegd, kom je bij de strandopgang. Het publiek maakt ons voor mietjes uit omdat we wind mee op het strand hebben. Bedankt voor de support, mensen. Ga zelf ook eens lopen!

Het strand is een heel aparte ervaring. Het zand jaagt op grote snelheid ons voorbij en we maken nog menige foto. De lopers die van de andere kant komen hebben het zwaar. Het zand snijdt in je gezicht en geeft niet mee. Grote waaiers lopers komen ons tegemoet. Drie kilometer duurt deze martelgang, dan zit het er op. De duinopgang is erg mul en zwaar. We hebben dan zo’n 22 kilometer in de benen. Het is zaak om dan niet teveel energie te verliezen.

Een ruime kilometer verder komen we de groep met halve marathonlopers tegen. Gezamenlijk rennen we terug naar het huisje, zodat zij de halve gelopen hebben en wij de hele vol hebben. Zij hebben nog niet over het strand gelopen, dus de eerstvolgende strandopgang besluiten wij dat we de route iets aanpassen en in plaats van door de duinen, over het strand gaan. Wederom prachtige plaatjes en blije gezichten. Je wordt gezandstraald, maar je wordt wel op een HEEL mooie plek gezandstraald.

Wanneer het horloge dertig kilometer aangeeft rennen wij het strand weer af. Bij mij gaat heel langzaam het lampje uit. Mijn heup doet eigenlijk al twintig kilometer wat zeer en dat begint nu irritant te worden. Ik gooi het tempo omlaag en laat de rest iets uitlopen. Ergens in de duinen nemen ze een groepsfoto, waar ik nog snel achter aansluit, maar na twee klikken van de camera snel verder ren. Als ik ga stil staan, dan stopt het voor mij. De Bosplaat komt in zicht, we zijn aan het eind van het eiland, tenminste, het begaanbare deel dan. Dit houdt in dat we weer richting het westen moeten lopen. Daar waar de wind vandaan komt.

Er volgen een aantal loodzware kilometers. Mijn hoofd is helemaal gek van het bulderen van de wind. Mijn benen kan ik bijna niet meer bewegen. Het is een houterige tred die ongemakkelijk oogt en voelt. Jerzy, mijn marathonmakker, praat mij moed in. Hij dartelt nog redelijk vrolijk rond, maar ook hij heeft wel behoefte aan een vers setje benen.

Dan plots is het plaatsje Hoorn in zicht. Er staan eenenveertig kilometers op de teller. We besluiten de marathon vol te maken en rennen het huisje voorbij. Mentaal is dit lastig en pijnlijk. Na een paar honderd meter draaien we om en rennen we diezelfde paar honderd meter wind mee terug naar het huisje. Het doet pijn, maar ik pers er vloekend en tierend nog een eindsprint uit.

Een prachtige ervaring rijker met het uitlopen van de Berenloop

Het was het einde van een mooi weekend. Ondanks dat de tocht niet georganiseerd werd, hebben we een prachtig stuk gelopen. Het weer viel uiteindelijk mee. Het zonnetje heeft een groot deel van de tijd geschenen en alleen de wind was eigenlijk vervelend. De organisatie kreeg later haar gelijk toen om half vijf de hemel openbrak en er stortregens met hagel naar beneden kwamen. Dit was ongeveer het vier uurspunt geweest op de marathon. Dan zijn er nog veel mensen bezig en met wind tegen en een drijfnat lijf ligt onderkoeling op de loer.

Add Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *