Het is de dag voor kerst. Met mijn hardloopmaten van Running Coffee Groningen heb ik afgesproken mee te lopen op de laatste etappe van de Glazen huismarathon. Een tocht van Groningen naar Leeuwarden. Volgens Google maps een tocht van ruim 57 km.
Om half negen verzamelen wij ons bij Run2Day in Groningen – voor de aanvang van de Glazen Huis Marathon. De lopers die er al 5 dagen hardlopen op hebben zitten druppelen een voor een binnen en ook een handvol supporters steekt het hoofd om de hoek van de deur. Na een kop koffie, de nodige voedingsstoffen en nog wat nerveuze gewoontes en gesprekken is het om negen uur tijd om vanaf de Grote Markt in Groningen ons richting de Friese hoofdstad te begeven. De route die we nemen wijkt iets af van de route die Maps aangeeft, aangezien we een aantal volgauto’s mee hebben. Twee van de ‘organisatie’ en eentje, met Tom en Froukje, die onze spulletjes zullen vervoeren.
Van Grote Markt, naar Vismarkt richting Noorderplantsoen en dan richting Dorkwerd, een klein plaatsje wat langzaam opgeslokt wordt door Groningen. De spieren zijn soepel (ik had deze maand al 20km afgelegd… in twee trainingen), het hoofd in orde, maar de maag niet. Teveel zoetigheid gehad ‘s ochtends. Suikerbrood, dadels, bananen, krentenbollen. Ik was er wat misselijk van en dan moet je nog beginnen. Niet aan denken, gewoon lopen.
De eerste kilometers gaan soepel. De wind beukt uit het zuiden met stoten tot windkracht 11 en richting Dorkwerd is bijna recht naar het noorden. Met kilometers van 5:00 gaat het voorspoedig. Wel beetje de rem er op bij zijwind, goed verdelen is het belangrijkste nu.
Als je Groningen dan uit bent, dan is de vlakte kaal en de wind heeft vrij spel. Hij komt zuiver uit het zuiden, dus de hele weg komt ie van links. Soms een HEEL klein beetje in de rug, maar daar heb je weinig profijt van. De linkervoet waait met enige regelmaat achter de rechtervoet en struikelen gebeurt meer dan eens. Ook het tegen je buurman aanlopen, trouwens. Niets aan te doen. Het zijn de omstandigheden.
De misselijkheid wordt door het hobbelen niet echt beter. Sterker nog, het wordt erger. Na 25 kilometer zeg ik tegen mijn maatje Jerzy dat ik eigenlijk niet zo goed weet of ik het er uit moet gooien, of dat het weg zal zakken. Bij 33 kilometer, in Buitenpost, ben ik er zat van en steek een vinger in mijn keel. Veel komt er niet uit. Ik krijg wat bouillonpoeder van de organisatie en voel me opknappen. Het weeë gevoel uit mijn maag is weg. Ik besluit gewoon door te lopen. Paar bekers water om de droogte door het zout weg te halen en weer verder rammen.
Zes kilometer verder, even voorbij Twijzel, zit ik er door. Het 39 kilometer punt is voorbij en de maag en spieren zijn leeg. Ik zak als een plumpudding in. Vijf à zes kilometer verder is het rustpunt in een kroeg in Hardegarijp. Het lijkt een onmogelijke afstand. Ik besluit dat de boel heel houden belangrijker is dan nu rücktsichtlos door te rammen en stap in een volgbus. Het voelt als falen. Ik zit een paar kilometer klappertandend in de bus en laat me naar de kroeg brengen. Daar gooi ik mijn kleren even op de verwarming en de barkeeper schuift me drie witte bollen met dikke laag kaas onder de ogen. Die druk ik rap naar binnen met twee grote koppen thee. Droge kleren aan (de volgauto was er inmiddels ook) en de laatste twee Running Coffeeleden, Nadine en Marian lopen binnen om de laatste 13 kilometer mee te lopen.
Als we besluiten weer de kroeg uit te lopen, voelt het alsof ik een nieuw paar benen onder het lijf heb gekregen. Soepel begin ik aan de laatste 13. Een ruime kilometer, misschien twee, later staat er een grote groep mensen met witte Serious Request shirtjes aan te wachten tot wij langslopen om aan te haken. Een overweldigend gevoel. Vlot lopen we verder, achter een bus aan van de SV Friesland, die met muziek en een vakkundige speaker de sfeer er goed inhoudt.
Een kilometer verder ben ik Jerzy kwijt. Ik besluit, samen met Nadine, op hem te wachten. Wanneer ik hem zie lopen, zie ik dat de ruim vijftig kilometer hem behoorlijk gesloopt hebben. Ik herken het van mijn race in Winschoten. Samen lopen we verder, af en toe duw ik hem wat in de rug om het ff iets makkelijker te maken. Ook bedien ik me van wat zwarte humor om wat afleiding te geven. We lopen gestaag door. De regen komt met bakken uit de hemel, iedereen is zeiknat, maar het moraal is hoog.
Op het punt waar de 5 kilometerlopers aanhaken moeten we een kwartiertje wachten, omdat we te vroeg zijn en nog niet alle bussen zijn aangekomen (zo lijkt het). De muziek gaat een tandje harder en Tsunami vlamt uit de speakers. We springen om warm te blijven. Gek genoeg doen de benen niet pijn. Ik voel me eigenlijk uitstekend. Wel gek als je je bedenkt dat ik er vijftig kilometer op heb zitten.
De laatste paar kilometers gaan als vanzelf. We rennen de stad in en komen uiteindelijk uit op het Wilhelminaplein bij het Glazenhuis. De GPS-en gaan uit op zo’n 52 kilometer. Een monstertocht. Na nog een paar keer springen op Tsunami vertrekken we richting de auto. De 14K euro’s zijn de brievenbus ingegaan.
1 Comment
Mooie video zeg! Heb jullie website net gevonden. Ik ga het boek zo lezen, ben benieuwd!
Add Comment